FrieslandCampina

Met gezond boerenverstand kom je een heel eind. In het geval van FrieslandCampina in ieder geval wel, dat is één ding wat zeker is. Dankzij FrieslandCampina gaat de melk van onze Hollandse koeien de hele wereld over.

Het begint allemaal in 1871, wanneer boeren besluiten hun krachten te bundelen en plaatselijke melkfabrieken te stichten. Hiermee versterken ze hun marktpositie en stellen ze hun melkproductie veilig. Melk- en zuiveldistributie in een tijd zonder moderne koelinstallaties was nogal een risicovolle onderneming. Door gezamenlijke distributie verkleinen ze de risico’s. Langzaam begint er een spel waarin kleine melkfabriekjes en samenwerkingen elkaar opslokken, totdat er een aantal grote spelers overblijven. In Groningen en Drenthe had je Domo, Coberco zat in Gelderland en Overijssel, in het westen fuseren in 1979 een aantal coöperaties tot Melkunie Holland en wordt tegelijkertijd DMV Campina in het zuiden opgericht. Eind jaren tachtig fuseren Campina en Melkunie, eind jaren negentig gaan vier grote coöperaties in het noorden en oosten van Nederland samen verder als het latere Friesland Foods. Campina fuseert rond 2000 met een Duitse en Antwerpse firma, in 2007 kondigen Friesland en Campina hun fusieplannen aan. In december 2008 krijgen de partijen toestemming van de EU. Vanaf dat moment is FrieslandCampina één van de zes grootste zuivelondernemingen ter wereld.

De boeren die aangesloten zijn bij FrieslandCampina boeren goed. Zó goed, dat er de nodige creatieve oplossingen nodig zijn om voor al die melk een afzetmarkt te vinden. Gelukkig is dat bij FrieslandCampina geen probleem. Ze leveren melk via dochterondernemingen in zuiveldranken, kindervoeding, kaas en desserts in Europa maar ook in Azië en Afrika, aan fabrikanten van room- en boterproducten, bakkerijen en horecabedrijven, melkpoeder (met name in de Aziatische markt) en zelfs in de farmaceutische industrie bevat 1/4e van alle producten FrieslandCampina-melk.